Europese begroting: meer waar nodig, maar minder waar overbodig
De Europese meerjarenbegroting (MFK) omvat een periode van zeven jaar en deze week heeft het Europees Parlement gestemd over een tussentijdse herziening hiervan. Vanwege ontwikkelingen kan er extra geld nodig zijn, zoals bijvoorbeeld vanwege Europese steun aan Oekraïne.
Wat dat betreft waardeer ik de inzet om de begroting beter geschikt te maken voor de uitdagingen waar de EU voor staat. Daarom steun ik ook de extra financiën voor aanpak migratie en het Europese transportnetwerk (zoals het mogelijk maken van de Lelylijn).
Wat echter mist in de tussentijdse herziening is het vinden van goede dekking. Tot nu toe wordt er standaard een beroep gedaan op verhoging van de bijdrage van de lidstaten en wordt niet gekeken naar waar het een onsje minder kan. Het Europees Parlement mag kritischer zijn op de begroting in plaats van direct aan te kloppen bij de lidstaten. Wat mij betreft zou het verstandig zijn om, naast het vragen om extra geld, ook te kijken naar onderdelen waarop bezuinigd kan worden, onder het motto: ‘meer EU waar nodig, maar minder waar overbodig’.
Omdat dit niet gebeurd is in het rapport, heb ik me op het finale besluit onthouden van stemming.